Begrip of afkorting | Definitie |
---|---|
ABC – analyse | Een analyse waarmee leveranciers, artikelen of inkooppakketten ingedeeld worden in categorieën (A, B of C). Daarbij kan gekozen worden voor verschillende meetvariabelen, de meest gebruikte is de indeling naar geldwaarde. Dan wordt een lijst opgesteld van leveranciers, artikelen of inkooppakketten in volgorde van aflopende bijdrage aan de inkoopomzet over een bepaalde tijdsperiode. Vervolgens kan deze tabel worden omgezet in een Pareto – diagram. In een Pareto – diagram wordt op beide assen een procentuele verdeling aangegeven. De categorieën omvatten het volgende: Categorie A: deze 20% van de leveranciers (of artikelen of inkooppakketten) vormen circa 80% van d e jaarlijkse inkoopomzetCategorie B: deze 30% van de leveranciers (of artikelen of inkooppakketten) vormen circa 15% van de jaarlijkse inkoopomzet Categorie C: deze 50% van de leveranciers (of artikelen of inkooppakketten) vormen circa 5% van de jaarlijks e inkoopomzet |
Agentschap | Een agentschap is een onderdeel van een ministerie waarvoor een afgezonderd en afwijkend beheer wordt gevoerd, met als doel een doelmatiger beheer te realiseren. Agentschappen voeren een baten/lasten stelsel, hebben een eigen begroting en verantwoording en staan los van de begrotingsadministratie van het moederministerie. De ministeriële verantwoordelijkheid is niet gewijzigd. |
Algemeen beleid | Het algemeen beleid is een vertaling van de missie van een organisatie. Dit beleid geeft de doelen en doelstellingen aan die een organisatie heeft geformuleerd, geeft aan hoe men de organisatie wil besturen en beheren en vormt de leidraad voor de acties van de organisatie. |
Artikelgroep | Zie Inkooppakket |
Artikelgroepstrategie | Zie strategie per inkooppakket |
AQAP | Allied Quality Assurance Publications; standaardisatie overeenkomsten van de NAVO) |
Balanced Score Card | Geeft inzicht in de prestaties op en de relatie tussen vier voor een onderneming / organisatie essentiële invalshoeken: financieel perspectief, klantenperspectief, interne processen en innovatie en leren. De nadruk bij de prestatiemeting ligt bij het kunnen achterhalen van het verband tussen oorzaak (het interne en innovatieve perspectief) en gevolg (het financiële en klantenperspectief) van de behaalde resultaten |
Baten/Lasten stelsel | Stelsel waarbij uitgaven en ontvangsten worden toegerekend aan het tijdvak waarin het verbruik van goederen en diensten plaatsvindt en de baten ontstaan. Dit stelsel maakt het mogelijk om de kosten (la sten) en opbrengsten (baten) af te leiden uit de administratie. |
Beleid, algemeen | Zie algemeen beleid |
Beleid, inkoop | Zie inkoopbeleid |
Benchmarking | Het continue zoeken naar de beste methode of het beste proces waar dit ook wordt toegepast. Onlosmakelijk d ient op dat zoekproces te volgen dat men de gevonden methode analyseert, aanpast aan de eigen onderneming en vervolgens implementeert |
BSC | Zie Balanced Score Card |
Data Warehouses | Grote databases met historiegegevens, periodiek gevuld vanuit doorgaans meerdere operationele databases. Ze zijn bedoeld voor het leveren van managementinformatie, het ondersteunen van besluitvorming, het analyseren van koopgedrag, het signaleren van trends, enzovoort. Deze leereenheid behandelt hun structuur en hun toepassing en. |
Deming – cirkel | Uitwerking door Deming van een regelkring bestaande uit vier stappen: plan, do, check en act. |
Directe belanghebbenden | Dit zijn de (groepen) personen een direct belanghebben bij bijv. de producten die worden ingekocht bijv. afdeling fina nciën, gebruikersgroepen etc. |
EDI | Zie Electronic Data Interchange |
EFQM | Een organisatieontwikkelingsmodel ontwikkeld door de European Foundation for Quality Management. Het structureert informatie over organisaties aan de hand van de volgende negen dimensies: leadership, strategy and policy, people, partnerships and resources, processes, customer results, people results, society results, key performance results. (voor meer informatie zie www.efqm.org) |
Electronic Data Interchange | Afgekort EDI. Het direct overbrengen van gestructureerde berichten in een standaard opmaak, tussen computers van verschillende handelspartners |
Enig | Meer dan één, minder dan 30% |
FEZ | De directie FEZ (Financieel Economische Zaken) binnen de diverse departementen van het Rijk heeft o.a. als taak het waarborgen van rechtmatigheid en doelmatigheid van het financieel beheer en andere bedrijfsprocessen. |
Formeel (proces) | Gestructureerd , gedocumenteerd en geaccordeerd (proces) |
Functieprofiel | Een opsomming van activiteiten waaraan een kandidaat moet voldoen om de functie te kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld intellectuele vaardigheden, vereiste kennis en ervaring en lichamelijke hoedanigheid. |
Functiescheiding | Het scheiden van beslissende, bewarende, controlerende, registerende, uitvoerende en adviserende rol binnen een organisatie. |
Gremia | Lichaam van vertegenwoordigers. |
HRM | Human Resource Management |
Inbesteden | Of te wel zelf doen, een organisatie investeert zelf in alle middelen om een bepaalde activiteit uit te voeren. Doordat de overheid voor de bepaling van de grenzen tussen inbesteden (zelf doen) en uitbesteden het volgende formeel – juridische afbakeningscriterium hanteert, worden alle activiteiten en leveringen binnen eenzelfde juridische entiteit (rechtspersoon) als inbesteden aangemerkt. Voor de rijksoverheid, die vanuit juridisch perspectief één rechtspersoon is (de Staat der Nederlanden), betekent dit dat alle leveringen en diensten tussen ministeries, tussen ambtelijke diensten of agentschappen als inbesteden worden aangemerkt. H et begrip inbesteden volgens het formeel juridische afbakeningscriterium valt uiteen in twee onderdelen: – Zelf doen (binnen het eigen onderdeel van bijv. de Staat der Nederlanden) – Werken voor tweeden (het werken van onderdelen van de rechtspersoon Staat der Nederlanden voor andere onderdelen van de rechtspersoon Staat der Nederlanden) Wanneer er sprake is van “werken voor tweeden” of “werken voor derden” (dus buiten dezelfde rechtspersoon) dan wordt er in dit model gesproken over uitbesteden (zie ook uitbesteden, werken voor tweeden en werken voor derden) |
Initiële inkoop | Zie tactische inkoop |
INK model | Een model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit en biedt handvatten om gestructureerd integrale kwaliteitszorg in te voeren. Het model heeft 2 aandachtsgebieden: – organisatiegebieden (leiderschap, personeelsmanagement, beleid & strategie, middelenmanagement, procesmanagement)- resultaatgebieden (waardering door personeel, klanten en maatschappij en de ondernemingsresultaten). (voor meer informatie zie www.ink.nl) |
Inkoop | Het van externe bronnen betrekken van producten, tegen de voor de organisatie meest gunstige voorwaarden. Al hetgeen waar een factuur van tweeden of derden tegenover staat. |
Inkoopbeleid | Het inkoopbeleid (of inkoopstrategie) is een vertaling van het algemeen beleid naar inkoop. Het zijn de algemene uitgangspunten met betrekking tot inkoop, die door de organisatie zijn vastgesteld, en die door de medewerkers in al hun beslissingen (voor zover relevant) moeten worden meegenomen. Hier zijn ook de strategische doelstellingen voor de langere termijn opgenomen. Tevens wordt er rekening gehouden met ideële keuzen (bijvoorbeeld politiek of economisch, zoals het bevorderen van de lokale werkgelegenheid of duurzaam inkopen). Zo kan in het inkoopbeleid opgenomen zijn dat bepaalde pakketten lokaal moeten worden ingekocht. |
Inkoopmodellen | Inkoopmodellen zoals de Pareto analyse en het Kraljic model helpen om inzichtelijk te krijgen hoeveel omzet er omgaat bij bepaalde leveranciers of inkooppakketten. |
I nkooppakket | Of artikelgroep is een groep producten (goederen of diensten), die gekocht worden op de leveranciersmarkt, hetzij om verwerkt te worden in een product, hetzij ten behoeve van de eigen processen. Voorbeelden zijn soortgelijke producten (productfamilies) zoals IT, Telefonie, Catering, Gereedschappen, Kantoorbehoeften, Aannemerij, Schoonmaak, Lease auto’s etc. |
Inkoopplannen | Het inkoopbeleid wordt vertaald in inkoopplannen. Deze plannen zijn een verzameling activiteiten, die gericht zijn op het realiseren van het inkoopbeleid. Zo zijn in een inkoopplan o.a. de taken, de verantwoordelijkheden en het inkoopbudget opgenomen naast natuurlijk het tijdspad waar het plan betrekking op heeft. |
IS | Informatie Systeem |
IT | Informatie Technologie; Betreft zowel allerlei technische middelen en faciliteiten om gegevens en documenten te kunnen invoeren, verwerken en uitvoeren (denk aan hardware en software) als de kennis en kunde om met die middelen en faciliteiten om te gaan |
Kasstelsel | Stelsel waarbij uitgaven en ontvangsten worden toegerekend aan het tijdvak waarin de feitelijke uitgaven en ontvangsten plaatsvinden |
Klant | Hieronder wordt zowel de interne (binnen de eigen organisatie) of de externe (buiten de eigen organisatie) klant verstaan |
Kosten van “non quality” | De kosten die ontstaan doordat de eigenschappen van een product of dienst niet in overeenstemming zijn met de gerechtvaardigde verwachtingen. |
Kwantitatieve inkoopanalyse | Een kwantitatieve inkoopanalyse is een instrument die managementinformatie lever t waarmee een organisatie haar inkoopbeleid kan toetsen en verbeteren. Deze analyse vindt plaats op o.a.: inkoopvolumes per portfolio, per leverancier, per werkpakket. Ook het aantal leveranciers is onderdeel van deze analyse. Het is een goede basis voor h et opstarten van professionaliseringstrajecten en mogelijke besparingstrajecten. Ook het monitoren van compliance en veranderingen in de inkoopbehoeften zijn van belang. Een regelmatig terugkerende kwantitatieve inkoopanalyse verschaft inzicht in de inkoop prestatie van de organisatie. |
Leveranciersdifferentiatie | Het is noodzakelijk om niet alle inkooppakketen en leveranciers over één kam te scheren. Voor verschillende inkooppakketten en leveranciers kunnen (en moeten!) onderscheidende strategieën en acties ontwikkeld en gebruikt worden. Een eerste differentiatie is het onderscheid tussen strategische en niet – strategische leveranciers. Een uitgebreid onderscheid tussen leveranciers kan worden vastgesteld met behulp van bijvoorbeeld een leveranciersportfolio – analyse. “Wereldklasse” organisaties baseren de strategie en voor hun leveranciers op inkooppakketstrategie en portfolioanalyses |
Leveranciersbestand | Bestand waarin alle leveranciers en bijv. mogelijke leveranciers in zijn opgenomen. |
Leverancierskwalificatiesysteem (eenvoudig) | Is bijvoorbeeld een systeem waarbij alle leveranciers een kleur krijgen toegewezen; groen – de organisatie kan doorgaan met deze leverancier – , geel – potentiële leverancier voor de toekomst of, indien deze leverancier reeds levert: er zijn verbeteringsacties noodzakelijk – , rood – geen geschikte leverancier resp. niet meer verder gaan met deze leverancier. |
Leveranciersmetingsysteem | Is een gereedschap om de prestatie van de leverancier op een regelmatige basis te m eten / monitoren. Eenvoudige leveranciersmetingsystemen zijn gericht op de leveranciersprestatie binnen het Order Realisatie Proces en meten alleen de kwaliteit en leveringsbetrouwbaarheid. Meer geavanceerde leveranciersmetingsystemen richten zich ook op h et innovatieproces voor producten en processen en – meten alle relevante leveranciers (over het algemeen strategische leveranciers) en hebben vastgelegde regels over wanneer, wat en wie gemeten dient te worden; – stellen zo objectief mogelijke metingen vast, d ie als regel door het informatiesysteem automatisch gegenereerd worden; – kennen vastgestelde, heldere en gewogen criteria (in lijn met de organisatiedoelstellingen); – beoordelen meer subjectieve aspecten binnen een multidisciplinair team; – geven terugkoppeling over de gemeten prestaties aan leveranciers en belanghebbenden; – bespreken samen met de leverancier verbeteringsprogramma’s; – stellen heldere doelstellingen voor verwachte prestaties en verbeteringen vast. |
Leveranciersprofiel | Een leveranciersprofiel vat d e belangrijkste karakteristieken van een leverancier samen, zoals: algemene informatie (bijv. naam en adresgegevens), organisatie (bijv. structuur), klanten, producten / processen / markt, financieel, kwaliteit, omgeving, ontwikkeling, (productie), logistiek, service / garantie en ervaringen. Leveranciersprofielen dienen in het leveranciersselectieproces opgesteld te worden en regelmatig geactualiseerd en gecommuniceerd te worden. |
Marktconform | Houdt in dat bijv. prijzen en condities in overeenstemming zijn met de markt dat wil zeggen met de prijzen en condities van andere aanbieders van vergelijkbare producten en diensten. |
Multidisciplinair team | Leden van het team zijn werkzaam op verschillende afdelingen binnen dezelfde organisatie. |
“Open boek” beleid | Be leid waarbij zowel de organisatie als de leverancier voor bepaalde zeken volledig open kaart met elkaar spelen, of te wel beide partijen hebben bijv. inzicht in elkaars ontwikkelingsplannen. |
Operationele inkoop | De activiteiten van operationele inkoop zijn de uitvoerende inkoopactiviteiten. Zij richten zich met name op de verwervings – activiteiten (het afroepen of bestellen, het bewaken van de leveringstijden, het bewaken van de juistheid van de levering en de nazorg), die plaatsvinden om de interne opdracht gevers daadwerkelijk te voorzien van de juiste producten, binnen de reeds overeengekomen voorwaarden |
Order Realisatie Proces | De operationele processen van een organisatie |
Organisatie | Wanneer er in dit model gesproken wordt over een organisatie, dan word t hier in basis de eigen juridische entiteit ( rechtspersoon ) bedoeld. De juridische entiteit van de Rijksoverheid is echter zeer groot (de Staat der Nederlanden). Hieronder vallen o.a. alle ministeries en agentschappen. In het geval van de Rijksoverheid wordt in dit model met een organisatie het eigen ministerie bedoeld. |
ORP | Zie Order Realisatie Proces |
Pareto – analyse | 80/20 regel, 20% van de leveranciers, artikelen of inkooppakketten vormt 80% van de inkoopomzet |
Portfolio analyse van Kraljic | Analyse waarbij alle in te kopen producten worden verdeeld in vier groepen: knelpunt producten, hefboomproducten, strategische producten en routineproducten. Dit gebeurt aan de hand van twee criteria. Ten eerste de invloed op financieel resultaat (het totale inkoopvolume, het aandeel van het desbetreffende product in de kostprijs van het eindproduct). Ten tweede het toeleveringsrisico (zijnde de kans op onderbreking van de bevoorrading en de ernst van een dergelijke onderbreking). |
PPI | Zie Product Proces Innovatie |
Product | Wanneer er in dit model gesproken wordt over een product worden zowel goederen als diensten als werken bedoeld. Onder product worden zowel leveringen, diensten als werken verstaan of anders gezegd goederen en diensten. |
Product Proces Inn ovatie | Het innoveren en ontwikkelen van de eigen producten en processen al dan niet met behulp van de kennis in de markt. |
SMART | Specific, Measurable, Ambitious, Realistic and Time driven |
Strategische Inkoop | Strategische Inkoop activiteiten zijn die activiteiten, die de positie van een organisatie op de middellange termijn beïnvloeden en de voorwaarden creëren om activiteiten op overige niveaus (zowel binnen als buiten de inkooporganisatie) effectief en efficiënt te kunnen uitvoeren. Voorbeelden van strategische inkoopactiviteiten zijn: besluiten omtrent inbesteden (zelf doen) of uitbesteden, het bepalen van een strategie per inkooppakket, het vaststellen van de hoofdlijnen van leveranciersmanagement. |
Strategische leverancier | Een leverancier die in grote mate van belang is voor de organisatie. Dit is bijvoorbeeld een leverancier die van groot belang is voor het primaire proces van de organisatie. |
Strategie per inkooppakket | Of te wel een artikelgroepstrategie is een systematisch plan voor ieder inkooppakket van een organisatie gericht op de realisatie van gedefinieerde korte en lange termijn doelstellingen. Elementen van een dergelijke strategie zijn onder andere de product/proces karakteristieken ( vraagzijde ), de inrichting van het leveranciersbestand, het inkoopbeleid, de contractvormen, de mate van investering in leveranciersontwikkeling, het naleven van wet – en regelgeving en de logistieke en transactionele inrichting. Door het optimaal combineren van deze elementen kan voor ieder inkooppakket een passende strategie opgesteld worden voorzien van een implementatie plan en prestatie – indicatoren. |
Supply Chain Management | Management gericht op het beheersen en optimaliseren van de opeenvolgende schakels in de keten van leveranciers tot aan de klant . Het doel is het vergroten van de customer – service aan de consument (bijv. burger of patiënt) tegen zo laag mogelijke kosten |
SWOT analyse | Strengths, Weaknesses, Opportunities and Threats of te wel analyses van de sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen voor bijv. Artikelgroepen en potentiële leveranciers. |
Taakstellend budget | Een budget waarvan de beoogde resultaten vooraf worden vastgesteld (om achteraf de behaalde resultaten te evalueren) |
Tactische inkoop | Of Initiële Inkoop activiteiten in het specificeren van inkoopbehoeften, het selecteren van de leveranciers en het contracteren van de leveranciers. Het betreft hier die activiteiten, die de voorwaarden creëren om Operationele Inkoop haar werk te laten doen, namelijk de interne opdrachtgevers te voor zien van de juiste goederen en diensten. |
TCO | Zie Total Cost of Ownership |
Toolkit Inkoopcapaciteiten Publieke Sector | De “Toolkit Inkoopcompetenties Publieke Sector” (TIPS) is een instrument om de belangrijkste taken van inkoopfunctionarissen scherp te krijgen, voor het bepalen van bijbehorende competenties, vaktechnische kennis en het zoeken naar ontwikkeltips (die ook binnen een functioneringsgesprek te gebruiken zijn). Het instrument is een initiatief van Gemnet en Pia en is te vinden op www.ovia.nl |
Total Cost of Ownership |
Is een filosofie waarbij de totale kosten van een product in kaart gebracht worden. Dus niet alleen de aanschaf van een product maar ook het beheer over de volledige levenscyclus minus de waarde van een eventuele doorverkoop. |
Uitbesteden | Een organisatie doet afstand van alle middelen (activa, infrastructuur, mensen en competenties), om vervolgens de activiteit door een andere organisatie uit te laten voeren. Volgens deze definitie is het kopen van producten alleen “uitbesteden” , als de organisatie ooit zelf in staat was de activiteit uit te voeren (eigen mensen/middelen), maar door een proces van desinvestering is gegaan en niet meer in staat is deze activiteit zelf te doen. In dit model is er sprake van uitbesteden in het geval van werken voor tweeden en werken voor derden (zie ook inbesteden, werken voor tweeden en werken voor derden) |
Waardeanalyse | Een methode tot kostenanalyse. Kritisch en systematisch worden de benodigde functies bezien van hetgeen gekocht of geproduceerd wo rdt. Dit om vervolgens te zoeken naar gelijkwaardige alternatieven met lagere kosten of om de overbodige functies te schrappen. |
Waardenketen | Voortbrengingsketen bestaande uit verschillende partijen die gezamenlijk, al dan niet in nauwe samenwerking, een product of dienst leveren |
Werken voor derden | Werken voor een andere rechtspersoon dan de eigen rechtspersoon (zie ook werken voor tweeden, inbesteden en uitbesteden) |
Werken voor tweeden | Het werken van onderdelen van een bepaalde rechtspersoon voor andere onderdelen van dezelfde rechtspersoon (zie ook inbesteden, uitbesteden en werken voor derden) |
ZBO | Zie Zelfstandig Bestuursorgaan; |
Zelfstandig Bestuursorgaan | Orgaan waaraan de uitoefening van een wettelijke taak is opgedragen, zonder dat er sprake is va n (volledig) ondergeschiktheid aan de minister, en die voor de uitoefening van de taak uit collectieve middelen (rijksbijdrage en heffingen) wordt gefinancierd. |